SOCIALE VEILIGHEID Download hier

VISIE ROOD WIT OP SOCIALE VEILIGHEID

Sociale veiligheid binnen Rood Wit ‘58 betekent dat leden zich beschermd weten en voelen tegen grensoverschrijdend gedrag in de vereniging. Onder grensoverschrijdend gedrag verstaan we het overschrijden van normen (gedragscode/regels) en de wet. Zoals bijvoorbeeld: zeden, verduistering, pesten, groepsdruk, geweld, etc. Vanuit het bestuur en diverse commissies werken wij actief mee aan de bescherming van alle leden van onze voetbalvereniging.Bewustwording en preventie zijn belangrijke ingrediënten die bijdragen aan een sociaal veilige omgeving. Om die reden heeft Rood Wit ’58 een vertrouwenscontactpersoon, een aannamebeleid voor vrijwilligers(?), een meldingsprocedure voor incidenten en gedragsregels voor alle partijen binnen de vereniging.

Vertrouwenscontactpersoon

De vertrouwenscontactpersoon (VCP) is het eerste aanspreekpunt binnen Rood Wit ’58 voor iedereen die te maken heeft met grensoverschrijdend gedrag of daar een vraag over heeft en hier met iemand over wil praten. De VCP is er voor iedereen binnen de club; sporters, ouders, trainers, toeschouwers, bestuurders, etc. De VCP kan het thema in de organisatie bespreekbaar maken en preventieve maatregelen opzetten.

De contactgegevens van de VCP’er binnen de organisatie vindt u onderaan op deze website.

Indien u met een ander vertrouwenscontactpersoon wilt spreken buiten Rood Wit ‘58 is het ook mogelijk contact te zoeken met de vertrouwenscontactpersoon van de KNVB.

Bij de vertrouwenscontactpersoon kunnen vrijwilligers, betaalde medewerkers, minderjarigen, kwetsbare mensen en ouders terecht met vermoedens of kennis van grensoverschrijdend gedrag. 

Aannamebeleid vrijwilligers

Rood Wit ‘58 vertrouwt als vereniging voor het overgrote deel op vrijwilligers. We zijn vanzelfsprekend blij met ieders inzet, maar willen er ook voor zorgen dat we onze leden altijd een veilige (voetbal)omgeving kunnen bieden. Daarom wordt er met elke vrijwilliger een intakegesprek gehouden waarin de gedragscode van Rood Wit ’58 wordt besproken en ondertekend en indien noodzakelijk er om een VOG wordt gevraagd. De VOG wordt aangevraagd indien het 4-ogenbeleid niet kan worden toegepast. 

Het aannamebeleid van Rood Wit ’58 omvat de volgende onderdelen:

  • Vertegenwoordiger van de club houdt een kennismakingsgesprek.
  • Check van referenties; de club waar een vrijwilliger vandaan komt wordt gevraagd naar hun ervaringen.
  • De vrijwilliger overlegt een VOG en herhaalt dat elke 3-5 jaar.
  • De vrijwilliger wordt lid van de voetbalbond, zodat hij of zij onder het tuchtrecht van de KNVB valt. Als dat niet kan, dan moet de begeleider een VOT (Verklaring onderwerping Tuchtrecht) tekenen.
  • De vrijwilliger wordt bekend gemaakt met de gedragsregels en ondertekent de gedragscode: Gedragscode trainers, coaches en begeleiders

Meldingsprocedure seksuele intimidatie

Dit protocol beschrijft hoe binnen Rood Wit ‘58 moet worden gehandeld bij situaties waarin sprake is (of vermoedens zijn) van seksueel misbruik of ander ongewenst gedrag. Het protocol biedt bescherming aan de melder en degenen die naar het protocol handelen, aan het vermoedelijke slachtoffer en aan degene die beschuldigd wordt. Het protocol geeft ook een verplichting aan de club om te handelen op de vastgelegde manier.

Het protocol heeft betrekking op het contact tussen begeleiders (dat zijn al diegenen die in aanraking komen met kinderen/jongeren tot 18 jaar) en spe(e)l(st)ers en op grensoverschrijdende contacten tussen spe(e)l(st)ers onderling. Naast dit meldprotocol, kan melden leiden tot het doen van aangifte wanneer er sprake is van (vermoeden) van één of meerdere strafbaar feiten. Verder kan melding leiden tot (voorlopige) maatregelen ten opzichte van de beschuldigde.

Het (jeugd)bestuur is verantwoordelijk om op een zo zorgvuldig mogelijk en objectieve wijze met elke melding om te gaan. Indien nodig zal het bestuur dan ook een beroep doen op in- of externe deskundigen.

Wat is seksueel misbruik c.q. seksuele intimidatie?

De Nederlandse (straf)wetgeving geldt voor iedereen, dus ook voor gebeurtenissen die zich binnen dan wel buiten Rood Wit ’58 afspelen. In het Wetboek van Strafrecht (Sr) stellen diverse wetsartikelen bepaalde seksuele gedragingen strafbaar. Deze zijn ook binnen Rood Wit ’58 van kracht.

In het bijzonder wijzen wij op artikel 249 Sr:
“Hij die ontucht pleegt met zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of een geldboete van de vierde categorie.”

Een jeugdlid is aan de zorg en waakzaamheid van Rood Wit ‘58 toevertrouwd. Dit artikel is dus onverminderd van kracht op al diegenen die onze jeugdleden begeleiden. Bij Rood Wit ‘58 richten wij ons op de preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daaronder vallen ook gedragingen die leiden tot seksueel misbruik, of het scheppen van een klimaat waarin misbruik gedijt. Derhalve is een gedragscode ontwikkeld die elke vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag buiten de orde verklaart.

Onder seksueel grensoverschrijdend gedrag wordt door ons verstaan:
“Elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non-verbale, digitale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door de persoon die het ondergaat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren; en/of plaatsvindt binnen een ongelijke machtsverhouding (volwassene-kind, hulpverlener-cliënt, leerkracht-leerling, trainer-pupil, leiding–jeugdlid, e.d.); en/of andere handelingen of gedragingen van een soortgelijke aard als die strafbaar zijn gesteld in het Wetboek van Strafrecht.”

Om welke gedragingen gaat het?

In de gedragscode staat duidelijk verwoord welke gedragingen niet zijn toegestaan, zoals:

  • Alle seksuele contacten met kinderen tot 18 jaar;
  • Een seksueel/erotisch geladen sfeer scheppen (ook via afbeeldingen, post, telefoon, sms, e-mail, internet);
  • Intieme relaties tussen jeugdleden en begeleiders;
  • Ongewenste aanrakingen.

Signaleringstaak (vrijwillige) medewerkers

Alle (vrijwillige) medewerkers hebben een taak in het signaleren van (vermoedens van) seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag. We verwachten dat zij niet alleen de grovere vormen serieus nemen, maar ook de zogenaamde ‘mildere’ grensoverschrijdende gedragingen. Deze komen het meest voor en zijn vaak een signaal voor een klimaat waarin ernstigere vormen meer kans kunnen krijgen. Wanneer mildere vormen van grensoverschrijdend gedrag worden gesignaleerd, verwachten wij dat eenieder daar de betreffende perso(o)n(en) daarop aanspreekt en corrigerend optreedt.

Meldplicht bij (vermoedens/signalen) van seksueel misbruik

Iedereen die seksueel misbruik vermoedt, of erover hoort, is verplicht dit te melden bij een bestuurslid of de vertrouwenscontactpersoon. Wanneer wordt getwijfeld over de ernst of het terecht zijn van een vermoeden, geldt een consultatieplicht bij de vertrouwenscontactpersoon die je om advies kunt vragen. Indien er (vermoedens van) seksueel misbruik direct geuit worden bij een coach/trainer/leider/ begeleider dan gaat deze niet zelf tot handelen over, maar schakelt een vertrouwenscontactpersoon in.

De meldplicht overstijgt alle andere belangen die in het geding zouden kunnen zijn, zoals de wens tot geheimhouding bij het slachtoffer. Het is niet aan melder om aan waarheidsvinding te doen, dit kan een eventueel juridisch traject verstoren.

Let wel: een melding is géén beschuldiging! Na een melding wordt zorgvuldig en objectief onderzocht wat er aan de hand is. Het bestuur kan zich desgewenst laten adviseren door (externe) deskundigen over verdere handelwijzen, dit kan laten vertalen in:

  • Gesprek met beschuldigde;
  • Informatief gesprek met de politie;
  • Instellen calamiteitenteam;
  • In gang zetten meldprocedure;
  • Aangifte bij politie;
  • Voorlopige maatregelen ten aanzien van de vermoedelijke pleger/beschuldigde;
  • Veiligstellen en opvang van het slachtoffer;
  • Informatie aan betrokkenen;
  • Nazorg.

Voorlopige zwijgplicht na een melding

Naast de meldplicht geldt een voorlopige zwijgplicht voor het bestuur, de melder en anderen binnen Rood Wit ‘58 ten opzichte van derden. Vanzelfsprekend kunnen deze betrokkenen zich wel uiten bij de vertrouwenscontactpersoon.

Een voorlopige zwijgplicht is nodig opdat er niet meer personen bij een zaak worden betrokken dan – voor een zorgvuldige behandeling- noodzakelijk is. Er moet worden voorkomen dat geruchten ontstaan en iemand al bij voorbaat als ‘schuldig’ wordt bestempeld. De zwijgplicht is ook belangrijk om te zorgen dat een eventuele strafrechtelijke procedure niet wordt belemmerd.

Hoe te handelen bij vermoedens of feiten rond seksuele intimidatie?

Er zijn vele signalen die op seksuele intimidatie kunnen duiden, maar het belangrijkste signaal is misschien wel: “Ik heb het gevoel dat er iets niet klopt.” Ga het volgende na en probeer alleen feiten te benoemen:

  • Wanneer begon de ongerustheid? Waardoor?
  • Wat is er precies gebeurd?
  • Om welke signalen gaat het? Wanneer doen ze zich voor?
  • Zijn er geleidelijke of plotselinge gedragsveranderingen?
  • Hoe lang is dit al aan de hand

Het kan ook zijn dat een (jeugd)lid spontaan vertelt over het (seksuele) intimidatie dan wel grensoverschrijdend gedrag, een ouder zijn/haar zorgen uitspreekt, of dat je het zelf ter plekke constateert. Ook dan geldt: Meld het bij de vertrouwenscontactpersoon!

De vertrouwenscontactpersoon

Rood Wit ’58 heeft een eigen vertrouwenscontactpersoon aangesteld. Mariska van Beek. De vertrouwenscontactpersoon is te bereiken via vcp@roodwit-putten.nl.

Nadat de vertrouwenscontactpersoon is gemaild, stuurt hij/zij altijd binnen enkele dagen een ontvangstbevestiging van de mail.