MISSIE

Rood-Wit’58 kenmerkt zich in Putten als een gezellige en sociale vereniging, waarin een ieder plezier in de voetbalsport moet kunnen beleven. We willen voor alle spelers en ouders een warm welkom zijn.

De pijlers van de Rood-Wit’58 mentaliteit kenmerken zich door:

  • respect voor elkaar;
  • humor;
  • fatsoen;

Dit geldt zowel voor spelende als niet spelende leden. Om dit te kunnen realiseren proberen we de opleiding van voetballers zodat een ieder zich op zijn of haar eigen niveau kan ontwikkelen. Rood-Wit’58 wil streven naar omstandigheden, waarbij trainen en/of spelen zo goed mogelijk is ingevuld.

VISIE

De jeugdafdeling van Rood-wit’58 splitst de visie in de volgende onderdelen.

VISIE OP VOETBAL

De basis van het voetballen is het spelen van een wedstrijd. Centraal in de visie staat het aanleren, onderhouden en verbeteren. Techniek, Inzicht en Communicatie (TIC) Op basis van TIC is het een vanzelfsprekendheid dat spelers met vergelijkbare kwaliteiten door de technische begeleiding bij elkaar worden geplaatst. Bij een geschil zal de Technische Jeugd Commisie in overleg met het jeugdbestuur de eindbeslissing over nemen. Bij de jeugdopleiding van Rood-Wit’58 wordt uitgegaan van de formatie

1.4.3.3.

Vanuit die speelwijze zijn de basistaken per positie en per linie vastgesteld. Vanuit deze speelwijze worden alle trainingen opgezet.

VISIE OP TECHNISCHE BEGELEIDING

Rood-Wit’58 streeft naar een eigen trainer/coach voor elk team, die ondersteund wordt door de TJC. Bijna alle teams krijgen twee trainingen per week onder leiding van hun eigen trainer.

Rood-Wit’58 streeft naar keepertrainers die vanaf de JO-10 in kleine groepjes de trainingen voor het specifieke doelverdedigen geven.

VISIE OP INDELEN/SELECTEREN

Rood-Wit’58 heeft als doel dat de hoogste teams worden bezet door de betere spelers van die bewuste leeftijdscategorie. Omdat de kinderen zich op jonge leeftijd voortdurend ontwikkelen, worden de selecties elke knvb speelronde opnieuw bekeken. Als er aanleiding voor is, kunnen hele teams of individuele spelers in een anders worden ingedeeld.

VISIE OP MEISJESVOETBAL

Rood-Wit’58 heeft als doel om meisjes zoveel mogelijk in een meisjesteams te laten spelen.

DOELSTELLING

Rood-Wit’58 beoogt voor alle jeugdleden gezelligheid en ontspanning te bieden, waarbij sportiviteit de hoofdzaak is. Er wordt naar gestreefd om de teams te laten presteren naar de aanwezige mogelijkheden, waarbij het doel is om de selectieteams zo hoog mogelijk te laten spelen. Het streven van Rood-Wit’58 is om talent voor de vereniging te behouden en op te leiden, zodat ze in het 1e team van de vereniging kunnen spelen.

De technische commissie zal met de trainers contact houden over de aandachtspunten van het technisch beleidsplan van Rood-Wit’58 en de ontwikkelingen van de kinderen.

DOELSTELLING VOETBALTECHNISCH GEBIED

De doelstelling op voetbaltechnisch gebied is het aanleren, onderhouden
en/of verbeteren van:

  • Techniek ( T )
  • Inzicht ( I )
  • Coaching ( C )

DOELSTELLING LEIDERS EN TRAINERS

Het ideale plaatje is dat de leiders en trainers er zowel bij de twee trainingen als bij de wedstrijden zijn. Het is ook de bedoeling dat mocht[en] er bij een team een speler[s] nodig is/zijn uit een ander team dat dit dan in onderling overleg gaat.

TEAM OPSTELLING

Bij alle teams is het belangrijk dat de opstelling er voor zorgt dat de kinderen lekker kunnen voetballen. We willen voetballen waarbij we proberen om zo veel mogelijk aanspeel punten te hebben voor de spelers. Dit willen we doen door het vormen van driehoekjes op het veld. Dit doen we door vanuit een bepaalde opstelling proberen te spelen.

JO 7 t/m JO10 (1,2,1,2)

Spelers die naast elkaar staan, staan zoveel mogelijk naar de buitenkant.

JO11 t/m JO12 (1,2,3,2)

Rood-Wit’58 speelt in de JO11 en JO12 in een 1.2.3.2 opstelling.
Hierbij gaat de trainer/begeleider op een speelse manier met de kinderen om

JO13 t/m JO19 (1,4,3,3)

Rood-Wit’58 speelt vanaf JO13 in een 4,3,3 opstelling. De trainer bepaalt de basisopstelling en verder hoe de sleutelrol van de centrale verdedigers en de nummer 10 positie is en hoe de rol van de beide buitenspelers moet worden ingevuld.

SCHEMA OPSTELLING 1,4,3,3

TEAM SPEELWIJZE

5.1 BALBEZIT

De opbouw vanuit een 4.3.3 systeem dient als volgt plaats te vinden. Bij balbezit van de ( eigen ) keeper zorg(t)en de:

  • de centrale verdedigers (3,4) dat zij aanspeelbaar zijn op de punt van de 16 meter.
  • rechter en linkerverdediger (2,5) dat zij diep en breed uitlopen.
  • rechts en linkshalf (6,8) dat zij naar binnen knijpen en ruimte laten.
  • rechts en linksbuiten (7,11) dat zij het veld diep en breed houden.
  • spits (9) dat hij diep aanspeelbaar is.
  • centrale middenvelder (10) dat hij ruimte maakt voor de inschuivende centrale verdediger.

Bij een goede uitvoering ontstaan meerderheidssituaties in de verschillende linies, waarbij in combinatie met medespelers door individuele acties en de diepe bal gevarieerd kan worden gespeeld.

5.2 BALVERLIES

Als de tegenstander in balbezit is, proberen we zo vroeg mogelijk de bal te onderscheppen (pressing/druk zetten). Uitgangspunt is om druk te zetten op de helft van de tegenstander, na de 1e pass van de keeper. Bij een sterke tegenstander kan er ook gekozen worden voor pressing rond de middenlijn of op eigen helft. Bij pressing zal het hele team moeten jagen om in balbezit te komen.

5.3. OMSCHAKELING BALBEZIT NAAR BALVERLIES

Op het moment van balverlies, zet de dichtstbijzijnde speler druk op de bal om zo snel mogelijk weer in balbezit te komen of om de dieptepass eruit te halen. De linies krijgen dan tijd om zich te hergroeperen. Dit alles moet snel gebeuren, dus wordt er scherpte vereist van alle spelers.

5.4 OMSCHAKELING BALVERLIES NAAR BALBEZIT

Op het moment dat er balbezit wordt verkregen, proberen we direct een dieptepass te geven om de tegenstander geen tijd te geven zich te organiseren. Uitgangspunt hierbij is wel om de bal in de ploeg te houden, waarbij vooral aandacht moet worden besteed aan de afweging om of direct diepte te zoeken of om op zeker te spelen.

TEAM BASISTAKEN

BALBEZIT

Basistaken per positie en linie voor de diverse spelers bij balbezit:

Keeper ( positie 1 )

  • Aanspeelbaar zijn voor terugspeelballen
  • Meespelen in de opbouw, spel verplaatsen, diep inspelen waar mogelijk.
  • Aansluiten naar rand 16 m of verder bij balbezit op de helft van de tegenstander.
  • Verdedigers coachen bij de opbouw en dit in duidelijke termen.
  • Lange bal bij 1:1 situatie van eigen spitsen op de helft van de tegenpartij.

Rechter en linkervleugelverdediger ( posities 2 en 5 )

  • Meedenken en spelen in de opbouw volgens de afgesproken speelwijze.
  • Bij balbezit keeper aanspeelbaar zijn door vooractie en uitzakken
  • Bij tegenaanval richting zijlijn, knijpen in verband met balverlies
  • In eerste instantie diep denken, kijken en spelen
  • Geen risico in passing breed/terug
  • Opkomen langs de zijlijn als de situatie dat toelaat.
  • Coachen medespelers.

Centrale verdedigers ( posities 3 en 4 )

  • Meedenken en spelen in de opbouw volgens de afgesproken speelwijze.
  • Inschuiven naar het middenveld als de situatie daarom vraagt, maar achter de middenvelders blijven.
  • Niet inschuiven als de andere centrale verdediger al ingeschoven is.
  • Naar achteren aanspeelbaar zijn
  • In balbezit het spel verplaatsen.
  • Waar mogelijk diep inspelen.
  • Geen risico in passing breed/terug
  • Coachen medespelers

Rechts en linkshalf ( posities 6 en 8 )

  • Verbindingsspeler tussen verdediging en aanval, crosspass naar vrije zijde
  • Aanspeelbaar zijn in de opbouw.
  • Diep inspelen waar mogelijk
  • Naar binnen komen bij balbezit andere vleugel.
  • Bijsluiten bij overslaan, maar één van beide moet altijd blijven.
  • Plaats back overnemen bij opkomen vleugelverdediger.
  • Geen risico passing breed/terug

Rechts en linksbuiten ( posities 7 en 11 )

  • In de opbouw het veld breed houden
  • Aanspeelbaar zijn bij balbezit back
  • Actie maken in de 1:1 op de helft van de tegenstander.
  • Bij aanval van achteruit het veld breed maken
  • De bal diep vragen als de situatie daarom vraagt.
  • Naar binnen komen om ruimte te maken voor opkomende mensen
  • Bij voorzet binnenkomen bij de punt 16m, om de 2e paal te bezetten.

Spits ( positie 8 )

  • Aanspeelbaar zijn aan de kant van de bal, zowel diep als breed.
  • Indien mogelijk de 1:1 opzoeken op de helft van de tegenstander
  • 1e paal kiezen bij voorzet vanaf de zijkant.
  • Bal laten vallen wanneer daarom wordt gevraagd
  • Ruimte maken voor opkomende medespeler

Aanvallende middenvelder ( positie 10 )

  • Lopende man achter 9
  • Positie kiezen in de opbouw
  • Als 9 de kant van de bal kiest, moet 10 naar de andere kant
  • 2e paal, schuin achter 9 bij voorzet van de zijkant.
  • Zoveel mogelijk met gezicht naar de goal spelen.

6.2 Balverlies

Basistaken per positie en linie voor de diverse spelers bij balbezit tegenstander.

Keeper ( positie 1 )

  • Kans op een tegendoelpunt zo klein mogelijk houden.
  • Zo snel mogelijk de bal onderscheppen
  • Coachen van verdedigers en middenvelders

Rechter en linkervleugelverdediger ( posities 2 en 5 )

  • Uitschakelen directe tegenstander
  • Nooit een tegenstander binnendoor laten gaan
  • Tegenstander dekken tussen man en eigen doel
  • Tegenstander naar de zijlijn dwingen
  • Dieptepass en voorzet eruit halen ( bij tegenstander )
  • Op achterlijn trekbal 11 m. eruit halen, keeper pakt 5 m. gebied bij eerste paal
  • Knijpen naar kant van de bal, onderling rugdekking geven.
  • Coachen van medespelers
  • Agressief maar fair spelen

Centrale verdedigers ( posities 3 en 4 )

  • Uitschakelen directe tegenstander
  • Tegenstander dekken aan de binnenkant
  • Knijpen naar kant van de bal, onderling rugdekking geven.
  • Attent zijn op 1:1 duel
  • Agressief maar fair spelen
  • Coachen van medespelers
  • Dieptepass eruit halen door voor de spits te komen
  • Teken van pressing geven
  • Buitenspelval organiseren

Rechter en linkermiddenvelder ( posities 6 en 8 )

  • Verdedigend denken vanuit eigen positie/zone
  • Dieptepass eruit halen
  • Knijpen naar de kant van de bal, onderling rugdekking geven
  • Coachen van medespelers, doorgeven van dekking aan elkaar cq achterste vier
  • Niet in de ruimte tussen de achterste vier komen

Rechts en linksbuiten ( posities 7 en 11 )

  • Knijpen naar de kant van de bal
  • Dieptepass eruit halen, maar alleen op een teken van een middenvelder jagen
  • Opbouw dwingen aan de binnenkant
  • Voorzet tegenstander eruit halen

Spits ( positie 9 )

  • Dieptepass eruit halen, maar alleen op een teken van een middenvelder.
  • Opbouw dwingen naar zijkant.
  • Terugweg keeper afsnijden
  • Rugdekking geven bij jagen met boogje ( 10 )

Aanvallende middenvelder ( positie 10 )

  • Dieptepass eruit halen, maar alleen op een teken van een middenvelder jagen
  • Knijpen naar de kant van de bal
  • Rugdekking geven aan spits en eventueel aan vleugelspits
  • Rugdekking bij jagen met boogje ( positie 9 )

TRAINING

De trainingen bij Rood-Wit’58 worden gekenmerkt door voetbalechte vormen die op de speler zijn gericht, waardoor de speler door zijn verbeterde kwaliteit zijn team naar een hoger niveau kan tillen.

Tijdens de trainingen moet rekening worden gehouden met de kwaliteiten en leeftijd van de groep/speler, maar zullen altijd dienen te voldoen aan:

  • Voetbalechte vormen
  • Veel herhalingen
  • Beleving en plezier
  • Juiste coaching

DOELSTELLING TRAINING

De doelstelling van het trainen is het aanleren en onderhouden van:

Technische vaardigheid

Balbezit:

  • Aan en meenemen bal
  • Passen en trappen
  • Passeren
  • Koppen
  • Scoren

Balverlies:

  • Afpakken bal
  • Onderscheppen
  • Ophouden
  • Verdedigen
  • Doelpunten voorkomen

Inzicht

Balbezit:

  • Vrijstaan
  • Vrijlopen
  • Aanspeelbaar zijn
  • Wanneer bal in de ruimte vragen
  • Wanneer bal in de voet vragen
  • Druk zetten/organiseren bij balverlies
  • Buitenspel ontlopen
  • Creativiteit

Balverlies:

  • Pressing[druk zetten]
  • Knijpen
  • Staffelen
  • Rugdekking
  • Kantelen
  • Ophouden
  • Buitenspel zetten
  • Dieptepass voorkomen
  • Balbezit houden bij balverovering

Motorische eigenschappen

  • Kracht
  • Snelheid
  • Uithoudingsvermogen
  • Coördinatie

Persoonlijkheid

  • Mentale weerbaarheid
  • Coaching
  • Coachbaarheid
  • Motivatie
  • Willen winnen
  • Omschakelen

LEEFTIJDSKENMERKEN

In de keuze van de trainingsvormen en coaching moet een trainer en begeleider rekening houden met de leeftijdskenmerken van de speler en het team.

Toppertjes ( 5 – 6 jaar )

  • Snel afgeleid
  • Kan zich niet lang concentreren
  • Te speels om zo te voetballen zoals ouderen het graag willen zien
  • Individueel gericht. Geen gevoel voor samen doen.

Onder 7 en 8.

  • Snel afgeleid
  • Winnen is niet belangrijk, wordt hooguit zo gemaakt door de begeleiding
  • Speels en individueel gericht. Geen gevoel voor samenspelen
  • Zeer beweeglijk en lenig

Onder 9 en 10.

  • Beginnen met samenspelen
  • Herkennen wie goed kan voetballen en wie minder
  • Beginnen winnen belangrijker te vinden, begeleiding moet behoudend
  • zijn
  • Ideale leeftijd om de technische basisvaardigheden te leren
  • Begrijpen al iets van vrijlopen en dekken

Onder 11 en 12.

  • Wil zich meten met anderen
  • Kan in teamverband een doel nastreven
  • Beheerst de eigen bewegingen en is bewust zijn prestaties te verbeteren
  • Het toepassen en verbeteren van vaardigheden, gekoppeld aan het spelinzicht.
  • Ideale lichaamsbouw om technische vaardigheden te leren en te verbeteren

Onder 13 en 14

  • Eigen mening ontwikkelt zich
  • Geldingsdrang en drang om met anderen te vergelijken neemt toe
  • Eisen stellen ten aanzien van teamtaken
  • Behoefte aan vaste afspraken
  • Bij voortdurende belasting gevaar voor spieraanhechtingen, mogelijk groeispurt.

Onder 15 en 16

  • Groeien hard in de lengte
  • Minder controle over coördinatie
  • Kenmerken pubertijd ( lusteloosheid, onredelijkheid, humeurig enz. )
  • Winnen is belangrijk
  • Op zoek naar eigen grenzen

Onder 17 en 18

  • Lichamelijk en geestelijk meer evenwicht
  • Groei in de breedte
  • Zakelijkere benadering van gebeurtenissen
  • Moeten presteren
  • Streven naar medeverantwoordelijkheid
  • Meer oog voor eigen prestaties en dat van teamgenoten