VIERDE KLASSE Ondanks de zes goals die door DSV’61 en Rood-Wit’58 in de topper in de vierde klasse B tegen de touwen werden gejaagd (1-5), was het toch de wedstrijd van de gemiste kansen. Voor Rood-Witter Matthijs van Oostende was het in ieder geval een wedstrijd met een bittere nasmaak.
Van Oostende, die vorig seizoen nog in het tweede elftal van de rood-witten speelde en in de zomer door Ramazan Pinarbasi bij de eerste selectie werd gehaald, mocht na de pauze opdraven om zijn ploeg uit het dal te trekken, waar het na de twee Doornspijkse treffers in terecht was gekomen. De thuisploeg kwam daarmee nog goed weg, althans volgens trainer Gert-Jan Piksen van DSV’61. „We hadden in de eerste helft de score eigenlijk veel verder moeten opvoeren, gezien de kansen die we hebben gekregen.”
Piksen heeft daarmee een punt. Zijn ploeg verknoeide aardig wat mogelijkheden, maar was wel de gehele eerste doorgang Rood-Wit ruim de baas. Dat was anders na de thee. Met de komst van Van Oostende kreeg de Puttense aanval meer ‘swung’, wat binnen tien minuten resulteerde in twee dotten van kansen voor respectievelijk Corné van den Brink en Job van Eijden. Beide Puttense spitsen stuitten echter op de goed keepende doelman Laurens Dekker. “Die heeft ons aan het begin van de tweede helft echt op de been gehouden”, zag ook de trainer van DSV.
Wereldgoal
„Als we die twee kansen wel hadden benut dan was het een compleet andere wedstrijd geworden”, verzuchtte Ramazan Pinarbasi. De Rood-Wit trainer die na twee seizoen gaat stoppen in Putten zag zijn ploeg kans na kans om zeep helpen tot een kwartier na rust de 20-jarige Van Oostende zich bij de cornervlag meldde.
Ik dacht dat dit wellicht het kantelpunt voor ons in de wedstrijd zou worden” Mathijs van Oostende, speler Rood-Wit’58
„Ik probeer de ballen altijd scherp voor de goal te gooien, maar zo scherp als vandaag is het me nog nooit gelukt”, lacht Van Oostende als een boer met kiespijn. „Wel een paar keer bijna.” Van Oostende verwijst naar zijn hoekschop die pardoes in de verste hoek belandde, ver buiten het bereik van doelman Dekker. „Die vloog er lekker in. Ik dacht dat dit wellicht het kantelpunt voor ons in de wedstrijd zou worden.”
Eerder had hij ook al een mogelijkheid gehad om zijn ploeg weer in de wedstrijd te brengen vond hij zelf. Maar dan moest hij wel de bal hebben. „Dat was vlak na rust toen Corné alleen op de doelman afstoof en de bal naar mij had kunnen afschuiven. Ik had ’m voor het inschieten gehad, maar hij zag me volgens mij niet lopen.”
Nieuwe hoop
Een kwartier later was het echter wel raak, maar toen stond zijn ploeg al op een achterstand van drie doelpunten. Toch leek de treffer van Van Oostende de rood-witten nieuwe energie te geven. Het opgeflakkerde sprankje hoop werd echter snel gedoofd door een genadeloos en voortreffelijk uitgevoerde counter van DSV die door Jeffrey Schreurs effectief werd afgerond. Met de 1-4 op het scorebord was de strijd voortijdig gestreden en was de laatste treffer, luttele seconden voor het laatste fluitsignaal, er louter een voor de statistieken.
Piksen noemde zichzelf na afloop een trotse trainer, die met zijn ploeg weer helemaal terug is in de kop van de vierde klasse. „We zitten op het goede spoor en hebben volgende week een nieuwe uitdaging als we koploper Ulu Spor op bezoek krijgen.”
Pinarbasi was realistisch over de valse start van zijn ploeg in het nieuwe jaar. „DSV is een goede ploeg. Dynamisch en met goed verzorgd voetbal. Ze waren na rust genadeloos in de counter. Dat hebben ze prima gedaan. Wij zijn denk ik teveel meegegaan in hun spel maar hebben vooral verzuimd de kansen die we kregen te benutten.”
Voor de, volgens Pinarbasi, goed ingevallen Matthijs van Oostende rest slechts een bittere nasmaak. Zijn treffer was er weliswaar eentje van de buitencategorie, maar meer dan een eretreffer bleek het uiteindelijk niet te zijn.
BRON: De Stentor
FOTO’S TEUN: